Alice Springs

Nadat we in Coober Pedy een opalen hanger voor Lotte gekocht hadden, zijn we verder richting het noorden gereden. Ondanks dat deze weg een doorgaande verharde weg is, kwamen we weinig verkeer tegen. Op deze weg kwamen we ook enkele road trains tegen. Dit zijn vrachtwagens met 3 trailers en meer dan 50 meter lang. Even opletten met inhalen dus. Onderweg waren er alleen maar road houses, dus geen plaatsjes waar echt mensen wonen. Na een rit van 500 km kwamen we aan bij het road house in Erldunda. Hier hadden we ons tentje opgezet. De volgende ochtend zijn we via de Lasseter Highway richting het westen gereden. Uiteindelijk zijn we in Uluru aangekomen. Het probleem daar is dat je per persoon 25 dollar moet betalen om rond een grote rode rots te lopen. Die je hier overigens overal hebt. We hadden ons voorgenomen om zo ver mogelijk te gaan kijken en dan te bepalen of wij dit belachelijk hoge bedrag ervoor over hebben. Toen we bij de tolpoortjes aankwamen hadden we genoeg gezien en zijn we weer omgedraaid. Het is eigenlijk helemaal niet zo'n bijzonder iets.
Vanaf dit punt zijn we 200 km terug gereden om binnendoor bij Kings Canyon uit te komen. Hier hebben we onze tent in het Kings Canyon Resort opgezet. Hier liepen de dingo's overal los rond. Regelmatig konden we ze horen huilen. De volgende ochtend was ik in het douchegebouw de warme kraan open aan het draaien, toen ik de knop inneens in mijn hand had en het hete water uit het gat uit de muur gespoten kwam. Met enige moeite kon ik mezelf en een deel van mijn drijfnatte kleren uit het hokje redden. Ondertussen had niemand(waaronder Lotte) meer warm water omdat alles uit het door mij gecreeerde gat kwam. Na een snelle respons van de onderhoudsman was de kraan weer snel gemonteerd en kon ik zonder mezelf te verbranden de rest van mijn spullen uit het douchehokje halen.
Na dit avontuur zijn we over 200 km dirtroad naar de West MCDonnald Ranges gereden. Hier stonden we op een soort bushcamping. Wel waren hier kooktoestelletjes en een warme douche. 's Avonds kwam hier een ranger een presentatie geven over de beesten en planten die in park leven. 's Morgens hebben we de Ormiston Gorge verkend. Vervolgens hebben we een kijkje genomen in de Standley Chasm. Dit is een 80 meter hoge bergkloof. Hier kwamen we er achter dat een achterband van de auto nogal slap stond. Wel konden we er nog goed op rijden, dus besloten we om de 40 km naar Allice Springs nog door te rijden. 's Middags bleek bij de bandenzaak dat de binnenkant van de band ernstig versleten was. Dit hadden we niet verwacht omdat de auto vlak voor ons vertrek een uitgebreide servicebeurt heeft gehad. Nu is wel zo dat we al meer dan 4000 km gereden hebben, dus dat zal het wel zijn. Verder hadden we deze dag ook geluk. Voor een super scherpe prijs konden we namelijk terecht in een motel unit met eigen badkamer, ontbijt en gratis internet. Voor ons dus weer superdeluxe.
De volgende ochtend zijn we na het ontbijt meteen naar de bandenzaak geweest. Het was nogal lastig om ingepland te worden. Er was namelijk een of andere dessert race aan de gang en alle garages waren daar erg druk mee. Bij de derde zaak konden we eindelijk terrecht. Terwijl onze auto bij de garage stond zijn wij naar het Alice Springs Reptile Centre geweest. Zoals de naam al doet vermoeden hebben ze hier allerlei soorten reptielen en zelfs een zoutwaterkrokodil. Ook was er de mogelijkheid om een aantal beesten vast te houden. Lotte was zelfs zo moedig om een python vast te houden. Als "huisdier" hadden ze hier een hagedis rondlopen. Gelukkig zijn wij de slangen nog niet in het echt tegengekomen. Dit komt omdat het nu te "koud" is. Omdat het in het noorden een stuk warmer is (29 graden) is daar de kans iets groter.

Vanaf Alice springs gaan we verder richting het noorden rijden. Uiteindelijk willen we 1500 km verder in Darwin uitkomen.

FOTOS VOLGEN NOG