Fraser Island, Sydney en Blue Mountains

In Rainbow beach zijn we natuurlijk naar het strand geweest. Gelukkig was het redelijk helder weer. Rainbow beach heeft zijn naam te danken aan het gekleurde zand op de klif. Hier hebben we over het strand gewandeld en een snelle duik in de zee genomen. De volgende dag moesten we vroeg op om optijd klaar te staan om met de tour naar Fraser Island mee te gaan. De bus die ons ophaalde zag er een beetje uit als een Unimog en er konden 16 mensen mee. Dit voertuig is speciaal gebouwd om op het losse zand op het eiland te rijden. Nadat we met de veerboot over waren reden we eerst een lang stuk over het strand en ondertussen kregen we van de chauffeur boeiende verhalen en uitleg over het eiland. Het eiland is uniek omdat het uit zand bestaat en er een regenwoud op groeit, daarom is het ook werelderfgoed. Tijdens het rijden op dat losse zand werden we regelmatig flink heen en weer geschud in de 4x4 bus. Na ochtendthee met een muffin reden we het binnenland in door het regenwoud om uiteindelijk bij Lake Mckenzie uit te komen. Het water was heel helder en het schijnt zo zuiver te zijn dat er bijna geen vissen in leven omdat ze geen voedsel hebbben. Na een duik in het koude water gingen we verder naar een ander punt op het eiland. Hier hadden we een kort wandelingetje gedaan en was een heerlijke BBQ lunch voor ons bereid. Na de lunch reden we terug naar het strand. Hier zijn we gestopt bij een klif met gekleurd zand, een riviertje en een schipwrak. Onderweg kwamen we nog een aantal dingo's tegen. De dingo's op het eiland zijn nog een heel zuiver ras omdat er geen tussenkomst van honden of andere beesten is geweest. Men is hier nogal "bang" voor de dingo's omdat er in het verleden als eens mensen gewond of gedood zijn door de beesten. De theorie is dat het komt door het toenemende toerisme op het eiland en omdat mensen de beesten niet met rust laten. Laat in de middag reden we weer terug naar de veerboot en waren we weer snel in onze mooie motelkamer.
De volgende ochtend zijn we naar Noosa gereden en verder via de kust richting het zuiden. Dit gebied viel ons erg tegen, het was er heel druk en moeilijk om de juiste weg te vinden. Ook vroegen de campings hier 3 tot 4x zoveel dan dat we gewend zijn voor een tentplaats. Hier waren we dus zo weer weg en een stukje richting het binnenland was een plek waar het toegestaan is om voor 1 nacht gratis te staan. De volgende dag zijn we vroeg aangereden en zijn we via de snelweg M1 richting het zuiden gereden. Vlak voor Brisbane zijn we bij old Petrie town gestopt. Hier was een markt en er was een brandweermuseum. Ondanks dat er veel materiaal en voertuigen stonden viel het een beetje tegen. Alles zat onder een dikke laag stof. De markt was gezellig en hier hebben we nog echte nederlandse poffertjes gegeten. Na deze stop hebben we vooral veel km's gemaakt. Bij Brisbane zijn we niet gestopt. We hadden gehoord dat het vooral een drukke commercieele toeristisch stad was met veel pretparken. Niet echt iets voor ons dus. Ondertussen had de regen ons weer ingehaald en kwam het af en toe met bakken uit de lucht. Vlak voor zonsondergang stopten we in Grafton bij een camping. Hier sliepen we ivm het weer in een cabin. Ondertussen was het ook al wat frisser geworden. 's Nachts kregen we het echt koud en moesten we een extra deken uit de kast halen. Ook was het helemaal niet druk op de camping. Dat zal wel komen omdat men het hier te koud vind. In Grafton hadden we ook al rondgebeld voor een hotel om 2 nachten in Sydney te kunnen slapen. Na wat nummers gebeld te hebben konden we voor een redelijke prijs terrecht in een B&B. We moesten dan wel de volgende dag in Sydney zijn. We hadden onze twijfels of we Sydey in een dag rijden konden halen. maar daarop zei de man dat het voor Australische begrippen maar een simpel ritje was. Wij vonden 630 km rijden op een dag redelijk lang. Maargoed, de volgende ochtend ging om 5:30u de wekker en om 7u zaten we op de weg. Onderweg kregen we steeds meer stukken "motorway". Dat kun je vergelijken met de snelweg in NL. Het schoot dus redelijk op. We hadden alleen 2 keer kort gestopt om te wisselen van bestuurder. Dus we maakten veel kilometers. Na wat kleine navigatieproblemen in het centrum van Sydney kwamen we om 15u aan bij de B&B. De B&B lag midden in de wijk "The Rocks". Dit is het bekende gebied waar de Harbour Bridge en het Opera House zijn. We hadden een mooie kamer met uitzicht op de haven en het opera House. 's Avonds hadden we in een pub gegeten. De volgende dag hadden we een heerlijk ontbijt met gebakken ei en spek en pannenkoekjes. Nadat de ergste regen over was zijn we in de middag over de brug gelopen en hebben we het Opera House bezocht. 's Avonds zijn we met een tour meegeweest waar van alles over de historie van The Rocks werd uitgelegd. Na de tour hadden we in een pannenkoekenhuis gegeten. De volgende dag was het weer tijd om Sydney te verlaten. Na wederom wat gedoe in het verkeer kwamen we uiteindelijk de stad uit. Na 2 uur rijden kwamen we in het plaatsje Penrith. Hier was het Museum of Fire. Dat is een groot brandweermuseum. Hier hadden ze wel alles netjes bijgehouden en gepoetst. Na het museumbezoek zijn we verder gereden richting de Blue Mountains. Hier hadden we in het plaatsje Leura voor 2 nachten een B&B geboekt. Het was een beetje lastig om iets te vinden, dus we zaten in een redelijk luxe B&B (eigenlijk te luxe voor ons ;). De kamer had een eigen badkamer met douche en een groot bubbelbad. Zelfs ik (Bas) kwam in de verleiding om hier lekker in te liggen. Ook kregen we hier heerlijk warm ontbijt. 's Avonds gingen we weer uit eten. De volgende dag hebben we een paar uur gewandeld bij de Blue Mountains. We hadden geluk want vlak voordat we gingen stopte de regen en toen we terug waren begon het weer. 's Avonds hadden we bij een indiaans restaurant gegeten en natuurlijk in ons bubbelbad gelegen.
Het plan is nu om vanaf Leura zo ver mogelijk richting Philip en Jenny te rijden, onderweg nog ergens te overnachten, en zaterdag weer terug bij hun te zijn. De 2e vliegen we weer terug naar Napier in NZ.